KASTEEL THOR (Walhorn)
Door het gehucht Astenet, dat onder de gemeente Walhorn valt, loopt de Gietbach. Aan de samenloop van dit beekje en de waterloop van een oude watermolen ligt kasteel Thor (ten westen van de weg Walhorn-Hergenrath, halverwege de afstand van de twee kerken van deze dorpen).
Het oorspronkelijke kasteel Astenet (niet te verwarren met kasteel Thor!) lag in het midden van de vijver die tegenwoordig deel uitmaakt van de siertuin van kasteel Thor (aan de zuidwestkant van het kasteel). Sedert 1626 was het kasteel onbewoonbaar. De donjon was aan het einde van de zestiende eeuw ingestort! Bij het schoonmaken van de vijver, waardoor fundamenten boven water kwamen, openbaarde zich een massief gebouw dat geflankeerd werd door vier torens (niet geheel vreemd aan die van het Vlattenhaus te Eynatten).
Het huidige kasteel omvat drie afzonderlijke delen. Het (hoofd-) woongedeelte tussen de binnenplaats en de tuin. Een groot bouwwerk met één bovenverdieping, het dak bestaande uit twee schuine vlakken bedekt met dakpannen en versierd met kleine dakvensters. De gevel aan de binnenplaatskant, heeft vijf vensters. De ramen, die symmetrisch zijn geplaatst, hebben geboogde afgeplatte bovendorpels in Lodewijk XVstijl. De ingangsdeur in het midden wordt voorafgegaan door een bordes met drie treden en boven de deur is een fraai ovaal bovenlicht te zien; de posten en rechtlijnige bovendorpels zijn breed en versierd. Enkele kleine raamnissen in de oostelijke zijgevel schijnen uit de zeventiende eeuw te dateren.
Aan dit eerste gedeelte was in 1738 een tweede gebouw toegevoegd (in het noorden, aan de kant van de tuin). Het dak ervan, dat uit twee vlekken bestaat, (het benedenste gedeelte bedekt met leisteen, het bovenste met dakpannen) is robuust en zonder charme. In de hoek die gevormd wordt door deze twee gebouwen, staat een vierkante toren die, naar het schijnt, gebouwd werd in de negentiende eeuw. Inderdaad dragen het met cement bestreken gedeelte met geboogde vensters (twee aan twee) en de namaak kantelen alle de betreurenswaardige kenmerken van dat tijdperk. Het gehele metselwerk tot aan de hoogte van de dakgoot van het woongedeelte dateert echter uit 1738, het jaar waarin dit tweede gedeelte werd gebouwd. Het karakter van de geschakelde hoekstenen en van de hardstenen raamlijsten zijn genoeg om de ouderdom van het gebouw aan te tonen.
In werkelijkheid is de toren dus ouder dan de negentiende eeuw, maar heeft in die zelfde eeuw een verbouwing ondergaan en is tevens (op zeer ongelukkige wijze) hoger gemaakt. Het gebouw herbergt een kapel, mooie lambriseringen en eikenhouten met houtsnijwerk versierde deuren in Lodewijk XIV-stijl.
Het derde deel van het kasteel bestaat uil het kleine losliggende gebouwtje dat loodrecht op de gevel ligt en - aan de oostkant - de begrenzing van de binnenplaats vormt. Het is een laag gebouwtje, zonder bovenverdieping, voorzien van een portaal voor de hoofdingang (in boogvorm) en met aan beide zijden symmetrisch geplaatste raamnissen. Het portaal, waarvan de sluitsteen is bewerkt met het wapen van de familie Heyendal, draagt het jaartal 1733. Aan de buitenkant is een fraaie timpaan boven dit portaal gemaakt, die in het midden is versierd met een beeltenis met een uit harde steen gemaakte vuurpot.
Het dak van het gebouw, bestaande uit vier vlakken, is versierd met dakvensters en een weerhaan in het midden van de nok, met daarop de initialen D.L. (Docteur Lambertz).
Kasteel Thor was oorspronkelijk de brouwerij van het groot domein dat - evenals Panhuys en Mützhof - toebehoorde aan het geslacht d'Astenet (veertiende eeuw). De laatste mannelijke afstammeling ván die familie was Herman d'Astenet. Na diens dood volt zijn schoonbroer, Scheiffart van der Heyden hem op als eigenaar van zijn bezettingen (doof bepaling van het hof van de Notre Dame d'Aix la Chapelle in 1416). Vanaf de vijftiende eeuw wordt het gebied verdeeld in drie delen. Een van deze terreinen waarop later Thor gebouwd zou worden - was eigendom van Jean van der Heyden, zoon van voornoemde Scheiffart.
Bij zijn dood wordt zijn bezit onder zijn kinderen verdeeld (1467). En het landgoed wordt toegewezen aan zijn zoon Winand. Hij laat het bij overlijden na aan zijn zoon Jean van der Heyden. Bij diens overlijden in 1643 gaat het bezit over op hun dochter Claire van der Heyden, echtgenote van Jean Molener (of Hens d'Astenet), schepen van Walhorn. Vervolgens erft de zoon van laatstgenoemde het land, Winand d'Astenet, die het nalaat aan zijn weduwe (geborene Gudule Welter). Uit een eerder huwelijk (met Nicolas Pelzer had zij een dochter, Barbe Pelzer, die eigenaresse van het land werd. Zij bracht het later, door haar huwelijk met Renier Reul, over op diens familie. Renier Reul (geboren in 1577,gestorven in 1646) kreeg het bezit in handen in 1615. Zijn zoon Hubert werd enige eigenaar nadat Gudule d'Astenet (weduwe van Léonard den Vischer, dochter van Winand en halfzus van Barbe) haar aandeel een hem had overgedragen. Hij trouwt in 1655 met Isabelle Catherine Lallemand, en vergrootte het territorium aanzienlijk.
In 1660 word hij in de adelstand verheven (hij stierf in 1666). Astenet komt dan in handen van zijn zoon Jean Guillaume de Reul en vervolgens van diens zus Jeanne Marie de Reul, echtgenote (in eerste instantie) van Don Ambroise de Quintana Riva, die de oude brouwerij van het domein en enkele stukken grond aan Jean Heyendal verkoopt (broer van de beroemde Nicolas Heyendal, abt te Rolduc). De nieuwe eigenaar liet op de plaats van de brouwerij een nieuw bouwwerk maken, dat men toen castel noemde en waarvan de ijzeren muurankers het jaar 1700 vermelden. Jean Heyendal stierf in 1717, zijn bezit nalatend aan zijn twee zonen; Jean Etienne en Henry Heyendal. Dezen laten in 1738 de vleugel aan de tuinkant bouwen.
In 1732 kregen zij toestemming om de mis te laten doen in de slotkapel. Na hun dood kwam het kasteel toe aan de dochter van Henri; Anne Catherine Hayendal (laatste van dit geslacht). In 1762 trouwt zij met Waltère Jean Francois Birven uit Montzen (+ 1800) en sterft op kasteel Thor in 1806. Na de dood van de echtelieden Birven Heyendal gaat het bezit over op hun zoon Jean Guillaume Henri Birven, echtgenoot van Sybille Thyssen.
NB: Door dit huwelijk, voegde hij het Vlattenhaus in Eynatten toe aan het van zijn ouders geërfde bezit. Hun dochter Josephine Birven kreeg door erfopvolging kasteel Thor in bezit. In 1840 trouwt zij met dokter Frédéric Lambertz uit Aken, die de toren hoger liet maken. Toen de overgebleven weduwe Lambertz in 1899 overleed, werd het bezit overgenomen door haar neef de ingenieur Emile Lambertz, en vervolgens door do zoon van laatstgenoemde; Frédéric Lambertz, die momenteel nog steeds eigenaar is.
+ in onze rubriek FOTO'S
Tegenwoordig is er een "hostelierie" gevestigd die bekend staat om de zeer vriendelijke en hartelijke ontvangst. Lambertz is zelf ook zeer geïnteresseerd in het verleden en is altijd bereid om zijn gasten alle oude details te laten zien die van dit landgoed een gezellig buitenverblijf maken.
Uit "LES DELICES DU DUCHE DE LIMBOURG van Guy POSWICK" - (1951).